(translation to english in next post)
Ben ik de enige die het helemaal gehad heeft met die schijnbaar strikte scheiding tussen kunst en wetenschap? Al die geforceerd artistieke figuren die de kunst zo door hun bloed hebben stromen dat ze enkel nog in vage gevoelstermen kunnen communiceren irriteren me mateloos. Aan de andere kant zou ik ook niet graag opgesloten willen zitten met de wetenschapspuristen die van mening zijn dat kunst een energieverspillende, nutteloze bezigheid is. Waar komt deze enge hokjesgeest vandaan? Is de hang naar het “bij een groep horen” hier een drijvende kracht achter of zijn wetenschap en kunst echt onverenigbaar en moet er toch een keuze gemaakt worden? Natuurlijk moeten we niet kiezen. Dat zou net zo waanzinnig zijn als kiezen tussen taal en rekenen, horen en zien, eten en drinken. Wetenschap en kunst zijn beide essentiële onderdelen van de wereld waarin wij (be)leven en je doet jezelf enorm te kort door een van de twee te negeren.
Ik begrijp heus wel dat niet iedereen evenveel waarde kan hechten aan kunst en wetenschap. Het gevolg, een gebrek aan specialisten in beide disciplines, zou waarschijnlijk een devaluatie van zowel kunst als wetenschap inhouden. Naast een verrijking voor de persoonlijk wereldbeleving denk ik dat het omarmen van zowel kunst als wetenschap een grote inspiratiebron kan zijn voor zowel de wetenschapper als de kunstenaar. Zonder oogkleppen zie je nu eenmaal meer dan met. Deze analogie met zien is eigenlijk een heel geschikte. Als wij visueel waarnemen wordt de informatie in het midden van ons gezichtsveld het scherpst waargenomen. Informatie aan de rand van het gezichtsveld lijkt vaag en onbelangrijk, maar kan ten eerste als context voor de informatie in het midden gelden en ten tweede kan een gebeurtenis aan de rand ineens de aandacht trekken en de focus verleggen. Zou het met wetenschap en kunst niet net zo moeten zijn? Als ik naar mezelf kijk weet ik dat mijn focus met name gestuurd wordt door de wetenschap. Culturele uitstapjes zijn voor mij meer dan pure ontspanning. Ik ben van mening dat een “change of scenery”, zowel mentaal als letterlijk, een erg gunstig effect kan hebben op de scherpte van ons wereldbeeld. Even wegkijken van een zoekplaatje vergroot de kans om bij een tweede poging te vinden wat je zoekt. Op een zelfde wijze denk ik dat een uitstapje naar de kunst de blik op wetenschap scherp houdt en vice versa.
Algemene kennis van kunst en wetenschap en de bijbehorende kenwijzen is meer dan een handige vaardigheid om spelletjes Triviant mee te winnen. Voor zowel wetenschappers als kunstenaars kan het de basis vormen voor een vergevorderde specialisatie. Hoge bergen hebben immers ook vaak een brede voet. Er kan dus wel gekozen worden tussen kunst en wetenschap, maar het zou geen exclusieve keuze moeten zijn. Kinderen op de basisschool hebben vaak een voorkeur voor taal of rekenen, toch vinden wij met zijn allen dat ze in beide disciplines tenminste een basisniveau moeten bereiken om naar de volgende klas te kunnen. Ik denk dat kunst en wetenschap beide belangrijk genoeg zijn om ook hier een basisniveau van te verwachten. Dit is echter wat moeilijker verplicht te stellen dan overgangseisen op een basisschool. Wat we wel kunnen doen is mensen bewuster maken van de overduidelijke voordelen. Als de wanden uit de hokjesgeest afgebroken worden blijft er één grote geest over, waarin je beter zicht hebt en makkelijker verbanden kunnen worden gelegd. Natuurlijk blijft er in deze situatie onderscheid tussen wetenschappers en kunstenaars, maar deze verschillen worden wel kleiner, waardoor makkelijker van elkaar geleerd kan worden. Kunst en wetenschap zijn aanvullingen op elkaar, geen vijanden.
Het kan natuurlijk zijn dat de door mij gewenste situatie er al lang is, maar dat ik hem niet waarneem door mijn eigen beperkte wereldbeeld. Is dit echter het geval, dan ben ik gelijk het levende bewijs voor mijn eigen stelling en het lijkt me sterk dat ik dan de enige ben…
Monday, November 06, 2006
Subscribe to:
Post Comments (Atom)
No comments:
Post a Comment